Wanneer je als toerist naar Nederland komt dan ga je eigenlijk voornamelijk naar Amsterdam. Sommige gaan naar Rotterdam en Scheveningen maar het overgrote deel van de toeristen bezoekt toch alleen de hoofdstad. Oja, en Giethoorn. Het dorp in Overijssel is een ware trekpleister in Nederland voor voornamelijk Aziatische toeristen. Die pakken een soort tourtje door tulpenvelden en langs molens en gaan graag even een stukje varen in het idyllische en pittoreske dorpje in Overijssel. Het complete dorp is in de loop der jaren ingericht om zoveel mogelijk toeristen te kunnen ontvangen en en zijn veel mensen afhankelijk van het toerisme.
De toeristen in het dorp gaan winkelen voor kazen, klompen en tulpen maar willen natuurlijk ook door de kleine waterwegen. Het dorp telt inmiddels zo’n 2630 inwoners en er komen jaarlijks zo’n 1,5 miljoen toeristen op het dorpje af.
Giethoorn kan dus nóg drukker!
Hoe komt het dat er zóveel toeristen op het dorp afkomen? Giethoorn werd in het begin door de speelfilm Fanfare in 1958 voornamelijk bezocht door Nederlandse, Belgische en Duitse toeristen. In 2005 opende ‘Holland Marketing’ een kantoor in Beijing voor het trekken van Chinese toeristen naar Nederland. De Giethoornse hoteleigenaar Gabriella Esselbrugge wist via dit bedrijf met succes het dorp te promoten onder de opkomende steeds meer bemiddelde Chinese middenklasse met behulp van pittoreske afbeeldingen van rietgedekte boerderijen, punters en andere hoogtepunten uit het dorp.
De grachtjes worden niet groter maar het aantal toerisme dat jaarlijks naar het kleine dorp trekt wel. Het zijn er ieder jaar meer en dat zorgt ervoor dat in de vakanties het dorp overspoelt wordt met toerisme die allemaal een bootje huren. Er zijn klaarblijkelijk genoeg boten maar niet genoeg watertjes. En natuurlijk mensen die niet kunnen varen en om de haverklap vast komen te zitten. Dat zorgt voor dit soort bizarre situaties. Gezellig man: