Hélène Hendriks wordt de laatste tijd flink aangepakt. Yvonne Coldeweijer vindt dat ze het schoothondje is van Johan Derksen. Ze gaat namelijk altijd mee met wat hij zegt en nooit tegen hem in.

Maar niet alleen Yvonne vindt Hélène fake en nep ook Stéphanie Hoogenberk van de podcast de Shitshow heeft haar pittige mening klaar over Hélène. Stéphanie noemt Hélène zelfs een blonde del en een hoer.

Stéphanie zegt er het volgende over:

“Hélène Hendriks is die blonde del en die heeft als enige nog in Nederland – dat vind ik uniek – heel grote oorringen in. Zilver. Als je blond bent, moet je gewoon gouden oorringen doen en niet zilver. Dat is gewoon heel flets. Dan heeft ze ook altijd het haar hetzelfde.”

“Dat is zeg maar achter een klein beetje verhoogd, helemaal met haarlak ingespoten en dan zo’n half staartje. Dan heeft ze nog wat oogschaduw op. Dat doet er eigenlijk allemaal niet toe, maar kijk… Professioneel vind ik Hélène Hendriks supergoed, daar ben ik eerlijk in. Ik vind haar ongelooflijk goed presenteren.”

“Nu komt mijn minpunt over Hélène: ik vind dat deze del… Ik vind dat Hélène een vreselijke vrouw is. Persoonlijk lijkt zij mij verschrikkelijk. (…) Hélène is iemand die over (…) Tom Egbers en Jack van Gelder dingen zegt als: ‘Ja, mij zou het niet raken, maar dat ben ik.’”

“Jij bent jezelf aan het voordoen als een lekker wijf met wie je pizza kunt eten, bier kunt drinken. Je kunt eigenlijk met Hélène alle kanten op. Een kaars erin stoppen, het maakt haar niet uit. Kijk, zíj vindt het geen belediging.”

“Ze zegt: ‘Ík zou het grappig vinden.’ Dus Hélène is iemand… Dat vind ik een gevaarlijk soort vrouw. Het is ‘one of the guys’, zo profileert zij zich. Kitty Herweijer heeft er een andere term voor: pick-me girl. Ik heb een hekel aan dit soort vrouwen. Echt een verschrikkelijke hekel.”

“Zij praat eigenlijk alles goed wat in dat NOS-artikel staat. Bij alles zegt ze: ‘Míj zou het niet uitmaken.’ Afgelopen vrijdag was ze weer op televisie. Die h*er.”

Hélène heeft zelf nog niet gereageerd op deze beledigingen.

Bron: