PFAS – misschien heb je er weleens van gehoord als ‘eeuwige chemicaliën’. Ze breken nauwelijks af, blijven lang in het milieu hangen en… belanden via omwegen zelfs in je huis. En ja, boeren spelen daar (onbewust) een rol in.
Wat zijn PFAS eigenlijk?
PFAS zijn chemische stoffen die je vooral terugvindt in bepaalde bestrijdingsmiddelen die op landbouwgrond worden gespoten. Denk aan schimmelbestrijders of onkruidverdelgers. Ze worden toegevoegd om het middel beter te laten hechten of mengen – en soms sluipen ze mee via het productieproces.
Doen boeren dit expres?
Nee, er is geen bewijs dat boeren met opzet PFAS gebruiken. Ze volgen gewoon de regels en gebruiken toegelaten middelen. Alleen bevatten sommige van die middelen dus wél PFAS – en dat komt dan in de bodem terecht. Jaarlijks gaat het in Nederland om zo’n 100.000 kilo aan PFAS-houdende middelen, vooral in de aardappelteelt.
Wat wordt eraan gedaan?
De overheid en EU nemen de gevaren steeds serieuzer. Er komen strengere regels, en het doel is om PFAS stap voor stap te verbannen uit bestrijdingsmiddelen. Maar zolang er geen goed alternatief is, blijven uitzonderingen mogelijk.
Waarom stoppen boeren er niet gewoon mee?
Boeren gebruiken wat werkt en is toegestaan. Veel van hen weten niet eens dat er PFAS in hun middelen zit. Biologische alternatieven zijn in opkomst, maar zijn niet altijd even effectief of makkelijk verkrijgbaar.
Maar hoe komt dat spul dan in mijn huis terecht?
Volgens onderzoek van de Radboud Universiteit (in samenwerking met negen Europese landen) zitten er in een gemiddeld huis sporen van 25 tot 121 verschillende pesticiden. En hoe komen die daar? Via onze schoenen, huisdieren en zelfs via vlooien- en tekenmiddelen. Dus ja: je schoenen uitdoen bij binnenkomst is niet alleen netjes, maar ook slim als je onzichtbare gifstoffen buiten de deur wil houden.