Het kabinet-Schoof maakt in elk geval in het komende jaar korte metten met het nivellerende koopkrachtbeleid van de afgelopen jaren. Dat komt onder meer doordat er volgend jaar minder aan lastenverlichting wordt uitgegeven dan gepland. Dat geld was nodig om de openstaande rekeningen voor onder meer box 3 en de toeslagenaffaire te kunnen afdekken.

De afgelopen jaren waren het vooral de lagere inkomens die op koopkrachtsteun van de overheid konden rekenen. Onder meer vanwege de energiecrisis, die het voor deze groepen nog moeilijker maakte om de rekeningen te betalen, draaide het kabinet vooral aan de knoppen van toeslagen, minimumloon en speciale bijlages. Het gevolg: de koopkrachtplaatjes van de laagste inkomens en uitkeringsgerechtigden waren de afgelopen jaren positief, maar de middenklasse bleef in het rood staan. De stimulans voor werkenden moest vooral uit de loonstijging komen.

Werken moet meer lonen voor middenklasse

Die accenten worden door het kabinet-Schoof in de eerste begroting duidelijk verlegd. De hand van VVD-minister van Financiën Eelco Heinen lijkt daarin zichtbaar: het is immers zijn partij die er al jaren op hamert dat werken meer moet lonen voor de middenklassers. Waar dat de afgelopen jaren in het kabinet-Rutte IV niet lukte, laten de koopkrachtplaatjes voor komend jaar een ander beeld zien. Het zijn nu de (lagere) middeninkomens die er het meest op vooruit gaan.

Belastingschijf

Toch is de meest in het oog springende koopkrachtmaatregel in de kern wel een nivellerende. Het kabinet voert namelijk een extra belastingschijf in. Nu betalen mensen (die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt) 36,97 procent over de eerste 75.000 euro van hun inkomen in de eerste belastingschijf. Maar daar maakt het kabinet twee schijven van, een ingreep die het meest voordelig uitpakt voor de laagste inkomens.

Interactieve graphic. Klik op de afbeeldingen voor meer informatie

Volgend jaar wordt het tarief over de eerste 38.440 euro namelijk 35,82 procent, een flinke lastenverlichting. Maar voor de inkomens tussen 38.441 euro en 76.816 euro gaat het tarief wel omhoog, naar 37,48 procent. In totaal betekent dat nog altijd een lastenverlichting voor wie ongeveer 75.000 euro verdient. Maar wie zo’n 40.000 euro verdient, profiteert een stuk meer van deze fiscale maatregel.

Huurtoeslag

Dat het kabinet minder nivelleert, is wel een afwijking van wat er aan koopkrachtmaatregelen was afgesproken in het hoofdlijnenakkoord. Op basis van die afspraken kwam het Centraal Planbureau (CPB) in augustus namelijk met een doorrekening waarin de laagste inkomens er juist wel het meest op vooruit gingen. Dat dit toch niet gebeurt, komt ook doordat het kabinet heeft besloten minder aan koopkracht uit te geven dan was ingetekend in het hoofdlijnenakkoord.

Zo wordt de verhoging van de huurtoeslag, een maatregel waar lagere inkomens van profiteren, pas in 2026 doorgevoerd in plaats van volgend jaar al. Vanaf 2026 komt er dan ongeveer 11,50 euro per maand bij. Het kabinet zet komend jaar al wel een paar stappen om de huurtoeslag te vereenvoudigen.

Algemene heffingskorting

Een andere maatregel die maakt dat de plus voor de lagere inkomens lager uitvalt, is een verlaging van de algemene heffingskorting met maximaal 335 euro. Dat doet voor de lagere inkomens deels het effect teniet van de extra belastingschijf met een lager tarief.

Een meevaller is dan weer dat de dubbele heffingskorting voor mensen in de bijstand de komende jaren toch niet wordt afgebouwd, zoals wel in de planning stond. Met deze maatregel hoopt het kabinet de armoede te drukken, vooral bijstandsgerechtigden profiteren ervan.

Kindgebonden budget

Ouders met kinderen krijgen ook een klein extra zetje van het kabinet-Schoof. Het kindgebonden budget zou namelijk omlaag gaan, omdat een tijdelijke verhoging per 1 januari verviel. Maar het kabinet doet daar nu een schepje bovenop, waardoor mensen door de bank genomen volgend jaar 75 euro extra krijgen per kind.

Energiefonds

Voor mensen die ondanks de koopkrachtmaatregelen komend jaar toch moeite hebben om hun energierekening te betalen, richt het kabinet een energiefonds op. Daar stort minister Heinen in 2025 én 2026 60 miljoen euro in. In het regeerprogramma viel afgelopen vrijdag al te lezen dat het kabinet ook hoopt op bijdragen uit de markt. Daarnaast wordt de energiebelasting op gas met 2,8 eurocent per kuub verlaagd in de eerste twee schijven.

Zorgpremie

Eerder werd al een tegenvaller bekend, namelijk dat de zorgpremie een stuk omhoog gaat. De rekenpremie stijgt naar 156 euro per maand, verzekeraars maken in het najaar bekend hoeveel ze precies gaan vragen aan hun klanten. De verwachting is dat de zorgpremie ook de komende jaren nog verder stijgt, onder meer door de plannen om het eigen risico fors te verlagen. Dat wordt voor de komende twee jaar nog vastgezet op de huidige 385 euro, maar wordt in 2027 meer dan gehalveerd naar 165 euro. Door het eigen risico te verlagen wordt verwacht dat mensen meer zorg gaan gebruiken.

Armoede stabiel

De ingrepen van het kabinet zorgen ervoor dat de armoedecijfers van het CPB redelijk stabiel blijven. De coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB willen dat die cijfers tijdens hun regeerperiode niet boven het niveau van 2024 uit stijgen en dat lijkt precies te lukken. Volgend jaar leven volgens de nieuwste cijfers 4,4 procent van de Nederlanders en 4,7 procent van de kinderen onder de armoedegrens. Dat is ongeveer gelijk met de stand van zaken dit jaar.

Bron: