Marieke Elsinga is nogal luidruchtig geweest op sociale media omdat een afslankmerk haar benaderde om van haar “isolatiegewicht” af te komen. Ze schreef dit op haar post: “Ik ga hier iets doen wat ik niet vaak doe, en dat is mijn frustratie delen. Mijn manager krijgt vaak verzoeken van merken die moeten samenwerken. Ambassadeurs, partnerships, hoe je het ook wilt noemen. In de meeste gevallen weiger ik het. Soms is een merk goed voor mij en ga ik ervoor. Vorige week was een van de aanvragen een e-mail van een bureau dat ambassadeurs zocht voor een populair merk voor gewichtsverlies. Ik citeer: “Voor een nieuwe samenwerking zoeken we mensen die de uitdaging willen aangaan om van hun (halo?) kilo’s af te komen. We konden goed met Marieke opschieten.

Marieke Elsinga is niet blij

Er was iets mis met de presentator: “Mijn manager kent me goed en bedankte me vriendelijk, maar stuurde me de aanvraag ter verificatie. Ik las het, ik zei: “Nee, dit is niet voor mij” en klik erop. Maar toen las ik het opnieuw en dacht: “Wacht even… dat is echt geen goed werk!” Dus er staat dat ik een paar kilo kan verliezen (halo?)! Het bedrijf was niet slecht bedoeld en ik stond redelijk stevig op mijn benen. Maar wie zijn zij om dat voor mij te bepalen? Nu ben ik niet tegen diëten (eigenlijk was “Sonja Bakkerde” vroeger slaperig tijdens mijn studie!), maar ik hou er niet van om actief signalen te sturen dat mijn lichaam “te dik” is “. Zeker niet omdat ik een groot bereik heb.

Mijn lichaam is sterk en fit!

Mijn lichaam is sterk en fit. Ik ben dan misschien niet ‘Slender Hilversum’ en daar ligt volgens mij precies de kracht. Als we blijven doen alsof elke vrouw er hetzelfde uitziet in tijdschriften of op tv, geven we eigenlijk het verkeerde signaal af. Voor onszelf en onze kinderen. Misschien vind je me te groot, precies goed, of zelfs te dun, dat is prima. Ik deel dit niet omdat ik hieronder ‘Je bent perfect’ of ‘Je bent mooi’ wil lezen, ik deel dit omdat ik wil bijdragen aan een normaler zelfbeeld bij (jonge) vrouwen. Iets waar ik zelf mee worstel.

Bron: