Bewoners van de Nolensstraat hadden de moeder en zoon van één hoog al een tijdje niet gezien, maar niemand maakte zich ongerust. Totdat afgelopen donderdag de maden via de voordeur naar buiten kropen. De politie forceerde de deur en trof hen beiden dood aan.

In het trappenhuis van het eerste flatgebouw aan de Nolensstraat in Amsterdam-West hangt een sterke schoonmaaklucht. Penetrant, maar minder erg dan de walm die donderdagmiddag uit de woning op één hoog kwam. De twee bewoners, een jongen van achter in de twintig en zijn moeder van rond de zestig, bleken dood in huis te liggen.

De politie bevestigt de vondst van de lichamen, maar kan verder nog weinig kwijt over de zaak, behalve dat er een onderzoek loopt naar de doodsoorzaak. Woningbouwvereniging Stadgenoot stelde de bewoners van het gebouw op de hoogte middels een briefje. „Nadat wij een melding hadden gekregen dat er maden rondkropen, zijn we direct in actie gekomen”, laat een woordvoerder weten. Agenten waren toen al ter plaatse.

’Op zichzelf’

Volgens buren waren moeder en zoon van Ghanese afkomst en woonden ze al ruim twintig jaar in de flat. Het stel was nogal op zichzelf en had met weinig anderen in het gebouw of de straat contact. Ze zijn ongeveer een maand geleden voor het laatst gezien.

De zoon had een mentale beperking en ging eerder naar een woongroep. „Je kon moeilijk contact met hem maken. Het was een heel zachtaardig type, ik heb hem nooit agressief gezien”, zegt een omwonende.

Geen van de buren vermoedt dat het om een misdrijf gaat. Over andere mogelijkheden wordt in de straat druk gespeculeerd. Een van de bewoners hoorde weleens geschreeuw uit de flat komen en ving op dat de jongen graag een vriendin wilde. De moeder zou geen meisjes over de vloer dulden. Een ander gerucht is dat de vrouw overleed en dat haar kind dat niet zou hebben aangekund.

’Geïsoleerd’

Gek genoeg heeft niemand tot deze week iets geroken. „De deuren zijn laatst nog goed geïsoleerd”, weet een van de buren. Sommigen hadden de maden woensdag al over de trap zien kruipen, maar eerder die week had iemand met een lekkende vuilniszak door het trappenhuis gelopen. „Ik dacht dat die beestjes daarvandaan kwamen.”

Donderdagochtend krioelde het van het ongedierte en belde een van de buren de politie. Agenten waren snel ter plekke en ramden uiteindelijk de deur in. Een van de bewoners die toen op de trap stonden, zag dat door de gang van het appartement ook maden kropen.

Omwonenden zijn aangedaan. Ze hebben slecht geslapen vanwege het idee dat de twee daar waarschijnlijk weken hebben gelegen, maar ook vanwege de stank. Een enkeling moest ervan overgeven. Inmiddels is er grondig schoongemaakt in het trappenhuis en zijn de laatste witte wormpjes verwijderd. De deur van het appartement van moeder en zoon is verzegeld door de politie.

’Naar idee’

„Het is een heel naar idee dat zij hier dood lagen en dat onze levens gewoon zijn doorgegaan”, zegt een van de buren. „Je denkt toch: had ik maar even aangeklopt. Maar we hadden nauwelijks contact, ik zag ze wel vaker een paar weken niet. Ik had geen aanwijzingen dat er iets niet in orde was.”

Een andere omwonende vult aan: „Toen ik die maden voor hun deur zag, hoopte ik heel erg dat ze op vakantie waren en dat die beestjes uit een vergeten vuilniszak kwamen.”

Bron: