Het is geen verrassing dat de meeste jongeren tegenwoordig niet graag meer werken. Waar opa vroeger in de kolenmijn werkte, willen de kleinkinderen nu enkel nog YouTuber of aandelenhandelaar worden. Fysiek werk, daar ga je van stinken. Toch zijn er ook andere redenen waarom jongeren niet meer willen werken.

Milou heeft geen tijd om te werken

Milou Koch is ‘influencer’. Met een aanhang van 7.700 volgers ben je eigenlijk een nobody op Tiktok, maar goed, laten we haar voor haar eigen gevoel even een influencer noemen.

De volgers van haar account vragen aan Milou of ze ook werkt en wat ze dan voor werk doet. Het antwoord van Milou is erg duidelijk: “Nee, ik werk niet. Ik heb geen tijd om te werken. Mijn ochtendroutine is te uitgebreid, waardoor een baan niet in mijn leven past”. Het begint allemaal met een ochtendwandeling. Na haar ochtendwandeling gaat ze snel naar huis, rond 11 uur, gaat ze snel naar huis om haar uiterlijk even flink onder handen neemt

Ook geen tijd na de sportschool

Ze moet zich na de wandeling snel omkleden en opmaken voor de sportschool. Hierbij trekt ze dan een strakke legging aan met een naad tussen de billen en een kort hemdje. Niet om op te vallen voor de mannen natuurlijk, maar omdat het zo lekker zit.

Als ze dan haar dagelijkse work-out gedaan heeft, dan moet ze natuurlijk opnieuw aan de slag met haar uiterlijk. Haar make-up en haren zitten nu niet meer zo mooi als voor het sporten en dat is natuurlijk niet goed voor de volgers.

Na het sporten en hopelijk douchen, gaat ze dus opnieuw in de styling. Dit zorgt er allemaal voor dat ze pas klaar is met haar uiterlijk in de middag!

Het is dus heel erg begrijpelijk dat ze niet kan werken. Hoe kun je nou werken en sporten tegelijk? Daarnaast heb je ook niet op je werk de mogelijkheid om drie keer per dag je make-up bij te werken.

Misschien een ideetje om een baan te zoeken in de sportschool? O nee, dan kan ze niet wandelen. We hopen voor Milou in ieder geval dat ze rustig aan doet, want een burn-out ligt op de loer met deze dagelijkse routine.

Bron: