In Story kijkt hij nu terug op de afgelopen periode, waarin hij ook afscheid nam van zijn manager met wie hij sinds zijn jeugd al bevriend was.

‘Het lukte niet meer tussen ons samen. Ik raakte al het plezier kwijt.’

‘Schim van mezelf’

Volgens collega’s was het een kwestie van tijd dat Mart Hoogkamer zou instorten. Met vierhonderd optredens per jaar en soms negen in het weekend pleegde de zanger roofbouw op zichzelf. Maar inmiddels gaat het weer goed met hem. ‘Ik luisterde naar de verkeerde mensen,’ vertelt Mart aan Story. ‘Met als gevolg dat ik het zingen niet meer leuk vond. Het optreden was zwaar, ik raakte mijn stem kwijt. Alles stapelde zich op met als gevolg dat ik letterlijk instortte. Ik kon niets meer. De eerste maand dat ik thuis was, sliep ik achttien uur per dag. In de zes uur dat ik mijn ogen open had, want meer was het niet, deed ik niets. Ik at zelfs niets. Ik was een schim van mezelf. Terugkijkend op die periode kun je wel zeggen dat ik een burn-out en een lichte depressie had.’

Breuk met manager

Zijn manager Robert Schipper liet in die periode aan Story weten dat Mart te veel hooi op zijn vork had genomen, maar dat hij ook moeilijk met zijn bekendheid kon omgaan. Mart en Robert kennen elkaar al jaren. Robert draaide als dj op feestjes en zo ontmoette hij de jonge Mart.

Na de periode van rust is Mart nu weer fit. En hij bracht veranderingen aan in zijn team. ‘Robert is mijn manager niet meer,’ zegt Mart. ‘Dat was een lastige beslissing omdat we elkaar al zo lang kennen. Maar voor mij was dat het beste. Ik wil niet meer vierhonderd keer per jaar optreden. Ik wil alleen nog dingen doen die ik leuk vind.’

Klein kringetje

Dat Mart afscheid moest nemen van Robert Schipper was niet makkelijk voor hem. Robert was immers ook de man die Marts opa op diens sterfbed een belofte deed. Hij beloofde om voor Mart te zorgen. Maar nu heeft hij niets meer met Mart te maken. ‘Het is natuurlijk nooit leuk om zo’n beslissing te maken,’ zegt Mart. ‘Maar we hebben een goed gesprek gehad. Voor mijn gevoel is het uitgesproken. Of er nog contact is? Nee, nu even niet. Maar ik zie überhaupt weinig mensen. Buiten het werk om, houd ik mijn kringetje klein.’

Bron: