Volgens zijn vrouw Jet heeft ze inmiddels afspraken met hem gemaakt over welke behandelingen hij nog wél en níét wil..

Rob de Nijs laatste levensfase

Rob de Nijs, die op Tweede Kerstdag 81 is geworden, zit in zijn laatste levensfase. De zanger kampt al jaren met de ziekte van Parkinson. ‘Rob zit in een palliatieve fase, gaat richting de terminale fase,’ vertelt zijn echtgenote en grote liefde Jet (55) aan het AD.

Koppelbed

‘Waar heeft een mens dan behoefte aan? Aan warmte, nabijheid. Liefde, tegen iemand aan kunnen liggen, elkaars hand vasthouden.’ Voor Rob en Jet was het belangrijk dat ze samen in bed kunnen liggen. Iets dat eerder niet mogelijk was, omdat Rob thuis in een ziekenhuisbed lag. ‘Toen konden we niet langer bij elkaar slapen, terwijl we dat juist nodig hadden.’ Jet belde stad en land af om te kijken of er geen oplossing was. Uiteindelijk was het de zorgwinkel die regelde dat er een koppelbed kwam. Dat wordt aan het ziekenhuisbed vastgezet en het matras loopt een stukje door. Vlak voor de feestdagen werd het bed geleverd. ‘We zijn er elke dag zo intens dankbaar voor, we zijn gewoon weer samen. Hoeveel verpleegtechnische handelingen ik ook voor hem uitvoer, in dat bed ben ik weer zijn vrouw.’

Door het oog van de naald

Vier jaar geleden maakte Rob bekend dat hij de ziekte van Parkinson heeft. Sindsdien is hij al een paar keer door het oog van de naald gekropen. Vorig jaar april hing zijn leven aan een zijden draadje toen hij vanwege een longembolie met spoed naar het ziekenhuis gebracht werd. En ook in oktober was Rob zijn leven onzeker. Vlak voor het grote Televizier-Ring Gala werd Rob door de spoeddiensten naar het ziekenhuis gebracht, iets dat Jet niet eerder had verteld. Op de dag van de uitzending – Jet mocht de Impact Award in ontvangst nemen – was Rob ontslagen uit het ziekenhuis en bekeek hij de uitzending vanuit het verzorgingshuis.

Medische afspraken

‘We hebben heus medische afspraken gemaakt. Reanimeren hoeft niet meer en er wordt wel behandeld, maar niet langdurig beademd. Maar elke keer als een arts vraagt of hij het nog acceptabel vindt, zegt Rob dat hij het leven nog prachtig vindt. En dat meent hij.’

Bron: