Toen tv-producent en presentator Harry de Winter (73) de diagnose asbestkanker kreeg, zette dat zijn leven en dat van zijn partner Yvonne van den Hurk (63) volledig op zijn kop. Harry hoopt dat hem nog wat tijd is gegeven met zijn grote liefde…
Harry de Winter werd een grote naam in medialand door zijn productiebedrijf IDTV, waarmee hij popprogramma’s, spelletjes als Lingo en Triviant en dramaseries als Oud Geld en Pleidooi maakte. Nóg bekender werd Harry toen hij Wintertijd ging presenteren, waarin hij beroemdheden hun levensverhaal liet vertellen, omlijst met hun lievelingsmuziek. Harry maakte 185 uitzendingen, waarvan de laatste – afgelopen april – ongetwijfeld een van de aangrijpendste was. Toen stond hij zelf centraal, geïnterviewd door Jeroen Pauw. Openhartig vertelde Harry dat hij lijdt aan longvlieskanker, beter bekend als asbestkanker. En dat geen arts kan voorspellen hoe lang hij nog te leven heeft.
Therapie
Harry kreeg het onheilsbericht in 2020. Begin dat jaar, vlak voor corona uitbrak, was hij met zijn partner Yvonne van den Hurk naar Nieuw-Zeeland gevlogen om daar vakantie te vieren. Direct bij aankomst werd Harry erg benauwd en belandde hij in het ziekenhuis. Hij bleek vocht in zijn longen te hebben en hij kreeg het advies zich verder te laten onderzoeken in Nederland. ‘We zijn meteen weer naar huis gevlogen,’ vertelt Harry nu in Libelle. ‘Ik was totaal depressief. Shit, dacht ik, ik heb kanker.’ Artsen in het Amsterdamse VU Medisch Centrum konden Harry uiteindelijk geruststellen: hij had géén kanker. Opgelucht ging hij alsnog met Yvonne op vakantie, naar Bonaire. Omdat hij klachten bleef houden, werd bij terugkomst besloten tot een kijkoperatie. Harry maakte zich niet druk, kanker was het immers niet. Maar ditmaal kreeg hij slecht nieuws. ‘Toch kanker. Asbestkanker. En dat is niet te genezen.’ Harry werd doorverwezen naar het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis. Daar onderging hij allerlei behandelingen, onder andere immunotherapie. Momenteel lijkt hij baat te hebben bij chemotherapie. Harry probeert er het beste van te maken.
Bucketlist
Al zegt Harry geen bucketlist te hebben. ‘Ik heb altijd gedaan wat ik wilde doen en een fantastisch leven gehad.’ Als hij 77 mag worden, vindt hij dat hij het goed heeft gedaan. ‘We leven nu van scan tot scan, van deadline naar deadline, maar we zitten hier niet te beven, hoor.’ Mócht hij binnenkort te horen krijgen dat hij is uitbehandeld, dan begint hij ‘gewoon’ aan een nieuwe fase. ‘Als ik me echt klote ga voelen, ga ik niet in een ziekenhuisbed liggen tot het einde komt. Dan neem ik het heft in eigen hand.’ Maar daar wil hij zich niet mee bezighouden. ‘Ik wil nog léven!’
