Miljuschka Witzenhausen (38) heeft naar eigen zeggen nogal last van hormonen. De televisiekok zit al een tijdje niet lekker in haar vel, zo schrijft ze in haar nieuwsbrief. Ze heeft last van migraine, buikpijn en ’moodswings’. Welke klachten zijn er te wijten aan hormonen en heeft iedere vrouw hier eigenlijk last van? Wij vragen het aan gynaecoloog Dorenda van Dijken, verbonden aan het OLVG Amsterdam.

Last van pukkels, zin om te snaaien en een kort lontje. We kennen het bijna allemaal zo vlak voordat we ongesteld worden en last hebben van het premenstrueel syndroom (PMS). Volgens gynaecoloog Dorenda van Dijken heeft officieel maar vijf procent van de vrouwen hier last van, maar dit aantal is volgens haar ongetwijfeld meer. Van Dijken: „Veel vrouwen met klachten melden zich bijvoorbeeld niet.”

Opgeblazen gevoel

„Om de diagnose te stellen is het handig om gedurende een maand of drie een dagboek bij te houden,” aldus Van Dijken. „Bij het hebben van PMS hoort namelijk een cycluspatroon. Het gaat om de periode van de eisprong tot aan de menstruatie en dit is een periode gevarieerd van 7 tot 14 dagen.”

Volgens Van Dijken kunnen lichamelijke klachten onder andere een opgeblazen gevoel en gevoelige borsten zijn of bijvoorbeeld het vasthouden van vocht. „Ook kun je je veel moe voelen, maar ook sneller geïrriteerd zijn en meer met rust gelaten willen worden. Zodra deze periode is afgelopen, horen de klachten weer als sneeuw voor de zon te verdwijnen. En om aan deze diagnose te voldoen moet je minimaal één week per maand klachtenvrij zijn.”

Wat kun je er tegen doen?

Mocht je de hele maand door klachten hebben en versterken de bovengenoemde symptomen alleen in de tweede helft van de cyclus, dan is er iets anders aan de hand. Van Dijken: „Dat noemen we dan een onderliggend probleem en dan spreek je niet officieel van PMS, maar moet er gekeken worden naar wat er wél aan de hand is. Vrouwen kunnen bijvoorbeeld ernstige stemmingsklachten hebben; geen depressie, maar depressieve klachten. Hierbij staan de mentale klachten ook meer op de voorgrond dan de lichamelijke klachten.”

Gelukkig heeft niet iedere vrouw last van het premenstrueel syndroom. Maar stel je hebt er helaas wél last van… Wat kun je er dan tegen doen? „Met dit soort onderzoeken zijn we nu volop bezig”, vertelt Van Dijken. „Zo weten we dat een gezonde voeding en levensstijl vrouwen met PMS kan helpen. Dat betekent dat je moet opletten met alcohol, niet moet roken en gezond moet eten. Zoals veel gezonde groenten eten, voldoende water drinken en actief bewegen. Ook is een goede werk-privé balans van belang.”

Serotonine

Wat volgens de gynaecoloog ook helpt, is het bespreekbaar maken. „Als je begrip krijgt van je omgeving en je begrepen voelt, kan dat ook al veel helpen. En als de stemmingsklachten op de voorgrond staan kan dit komen door een tekort aan boodschapperstoffen (neurotransmitters) in het brein zoals bijvoorbeeld serotonine of dopamine.

Zo heb je bijvoorbeeld medicijnen die het serotoninegehalte kunnen beïnvloeden. Supplementen helpen niet, het gaan om antidepressiva die je enkel zou kunnen slikken op dagen dat het slecht met je gaat. Ook daarom is een dagboek van belang, zo kun je precies zien wat jouw ’slechte’ dagen zijn en dan kun je een dag van te voren al beginnen met het slikken van een lage dosering.”

Miljuschka

Televisiekok Miljuschka Witzenhausen schrijft in haar nieuwsbrief dat ze het vreemd vindt dat vrouwen deze informatie niet standaard leren. Zo schrijft ze: „Ik denk dat het goed is dat wij vrouwen meer te weten komen over hoe belangrijk hormonen voor ons zijn en wat ze allemaal met ons lichaam en onze geest doen.”

Volgens Van Dijken is er informatie genoeg te vinden, maar hormonen zijn best wel ingewikkeld. „Vrouwen met PMS hebben geen andere hormonen of hormoonwaardes dan vrouwen die er geen last van hebben. Maar het is letterlijk zorg op maat, wat betekent dat er niet één algemene oplossing is. En daar zijn natuurlijk de dokters voor, om deze vrouwen te helpen.

Biologieboeken

Ik ben het wat dat betreft dus niet met Miljuschka eens, maar het is wel belangrijk dat vrouwen weten wat voor klachten en hormonen er kunnen zijn. Wij adviseren dan ook altijd om informatie te zoeken dat gekoppeld is aan een beroepsvereniging, want daar vind je betrouwbare informatie. Veel mensen roepen (online) helaas maar wat.”

Daarnaast denkt Van Dijken dat voorlichting op middelbare scholen ook zou kunnen helpen. „In de standaard biologieboeken staat niets over PMS of over de overgang. Er is nog te weinig aandacht voor. En naast voorlichting en meer onderzoek, moet ook de bespreekbaarheid vergroot worden. Vrouwen moeten er meer openlijk over praten, maar daar komt gelukkig langzaam verandering in.”

Bron: