In de vier grootste steden van Nederland, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, wordt jaarlijks voor maar liefst 9,4 miljoen euro schade veroorzaakt door statiegeldzoekers. Dit blijkt uit een nieuw onderzoek, uitgevoerd door adviesbureau IPR Normag in opdracht van de vier steden.

De statiegeldzoekers veroorzaken schade door prullenbakken open te breken en extra zwerfafval achter te laten. In sommige gevallen rijden er zelfs busjes rond bij evenementen om flessen en blikjes te verzamelen, waarbij de prullenbakken niet alleen worden beschadigd, maar ook vaak vuilniszakken worden opengesneden. Alles zonder statiegeld wordt simpelweg achtergelaten.

Het onderzoek wijst uit dat de kosten voor reparaties en schoonmaakacties jaarlijks op 9,4 miljoen euro komen. In Rotterdam, waar het onderzoek het grondigst werd uitgevoerd, bedraagt de schade alleen al 2,3 miljoen euro per jaar. In de stad constateerden onderzoekers dat een op de vijf afvalbakken opengebroken was en dat vier van de vijf prullenbakken werden omringd door zwerfafval.

Wat begon als incidenteel gedrag, is inmiddels een vast onderdeel van het straatbeeld geworden, aldus de onderzoekers. Sommigen verdienen in enkele uren tijd tussen de 10 en 25 euro, wat voor hen belangrijk is voor hun dagelijks onderhoud.

De Tweede Kamer debatteert deze week over de statiegeldproblematiek. Staatssecretaris Chris Jansen van Openbaar Vervoer en Milieu overweegt verplichte inzameling van statiegeldflessen en -blikjes, zodat deze verpakkingen ook door de verkooppunten, zoals supermarkten, worden ingezameld. Ook de vier grootste steden steunen deze innameplicht.