Hoewel André Hazes en Monique Westenberg een flinke waslijst aan geschiedenis met elkaar hebben. Is het momenteel weer dik aan tussen de twee, maar ze pakken het tegenwoordig wel iets anders aan. Van een ’traditionele relatie’ is in huize Hazes geen sprake. In gesprek met LINDA. legt de volkszanger uit hoe ze hun liefdesrelatie kleur geven.
André is momenteel dolgelukkig met zijn Monique. Al zijn de twee dus niet op een ’traditionele manier’ samen. ‘Wij hebben jaren in Berkel gewoond en eigenlijk was ik daar doodongelukkig. Behalve mijn gezin had ik er niemand, dus was ik altijd aan het vluchten. Nu heb ik mijn eigen huis in het dorp waar ik ben opgegroeid, waar mijn vrienden van vroeger wonen, mijn oom en tante, neefjes.’
‘We zijn trouw aan elkaar’
De Hazes-telg is daar dagelijks in de sportschool te vinden en gaat vijf keer per week met vrienden lunchen in zijn favoriete eetcafé. Hij logeert dan de overige dagen bij Monique en zijn zoon André (6). ‘Omdat wij gewoon niet meer zeven dagen per week bij elkaar op schoot kunnen zitten. Maar we zijn wel trouw aan elkaar. Zo, dat ik dat nog eens zeg, hè?’
Drank
De volkszanger vertelt dat hij goede lessen heeft kunnen halen uit de periode waarin hij Monique veel verdriet heeft gedaan. ‘Ik besef nu heel goed hoeveel slapeloze nachten ik Monique bezorgd heb, maar destijds vond ik dat ze zeurde.’ Monique ziet dat André door de veranderingen een ander mens geworden is. Zeker nu hij nuchter is. Drank was bij hun namelijk ‘negen van de tien keer’ de boosdoener tijdens de ruzies die ze hadden, zo vertelt André. ‘Of het nou de ruzies waren die we hadden of de vrouwen voor wie ik koos. Vanaf mijn vijftiende is er nooit een hele week geweest waarin ik niet dronk.’
‘Dacht altijd dat het beter kon’
Hij vervolgt: ‘Toen ik in de kliniek nuchter werd, dacht ik meteen: oké, als ik me daar zó door ga voelen, wil ik ook echt niet meer drinken. En Monique ziet aan me dat ik dat meen.’ André weet inmiddels ook dat het gras niet groener is aan de overkant. ‘Ik heb veel andere partners gehad, eigenlijk omdat ik altijd dacht dat het beter kon. Terwijl ik nu weet dat dat niet zo is.’